Welke van de volgende beweringen geeft het effect van alcohol op neurotransmitters in de hersenen het best weer?
A. Vermindert dopamine activiteit
B. Vermindert de serotonine activiteit
C. Verhoogt de γ-aminoboterzuur activiteit
D. Stimuleert muscarine acetylcholine receptoren
E. Stimuleert N-methyl-D-aspartaat excitatoire glutamaatreceptoren
Het antwoord is C. (Hfdst. 467) Alcohol heeft effecten op vele neurotransmitters in de hersenen. Het belangrijkste effect van alcohol ligt in zijn vermogen om de afgifte van γ-aminoboterzuur (GABA) te veroorzaken, en het werkt voornamelijk op de GABAA-receptoren. GABA is de belangrijkste remmende neurotransmitter in de hersenen en wordt in verband gebracht met de kalmerende effecten van alcohol. Veel andere drugs beïnvloeden het GABA-systeem, waaronder benzodiazepinen, niet-benzodiazepineslaapmiddelen zoals zolpidem, anticonvulsiva en spierverslappers. De euforische effecten van alcoholgebruik houden verband met de toename van dopamine, een stof die bij alle plezierige activiteiten voorkomt. De effecten op dopamine zouden een belangrijke rol spelen bij het verlangen naar alcohol en terugval. Bovendien verandert alcohol de opioïde receptoren en kan het bij acute inname leiden tot het vrijkomen van β-endorfine. Naast deze effecten remt alcohol ook postsynaptische NMDA excitatoire glutamaatreceptoren. Glutamaat is de primaire excitatoire neurotransmitter van de hersenen, en de remming ervan draagt verder bij tot de sedatieve effecten van alcohol. Andere belangrijke effecten op neurotransmitters zijn een verhoogde serotonineactiviteit en verlaagde nicotine-acetylcholinereceptoren.